maandag, mei 26, 2008

Een signaal afgeven

De beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) is een meldactie gestart waar de professionals ‘een signaal’ kunnen afgeven. Nu ben ik geen professional, maar toch ga ik het lijstje met acht stellingen beantwoorden en opsturen.
Hier komt-ie:
1. Alle cliënten (die uit bed kunnen) worden dagelijks uit bed geholpen.

Voor zover wij weten, wordt mijn moeder altijd uit bed geholpen. Of ze moet echt ziek zijn, maar dat is misschien een of twee keer gebeurd in de afgelopen zes jaar.
2. Iedere cliënt op onze afdeling heeft een zorgplan dat regelmatig wordt bijgesteld.
Een zorgplan heeft ze, maar of het regelmatig wordt bijgesteld? Ik vind dat eigenlijk een beetje rare vraag. Alsof kwaliteit gegarandeerd is als je het zorgplan regelmatig bijstelt.
3. Iedere cliënt wordt gewassen volgens het zorgplan.
Nu begin ik toch te twijfelen of we het over hetzelfde hebben. Ik lees regelmatig het zorgdossier met daarin - dacht ik - het zorgplan. Maar ik heb nog nooit iets gelezen over hoe ze wordt gewassen. Is dat zo belangrijk? Dat je volgens het zorgplan wordt gewassen? Ik ga er eens op letten, de volgende keer.
4. Cliënten dragen incontinentiemateriaal terwijl ze zelf naar het toilet kunnen.
Dat vind ik een moeilijke vraag. Mijn moeder kan niet zelf naar het toilet, maar toen ze net kwam wonen in het verpleeghuis, gaf ze soms wel aan dat ze naar het toilet moest, maar er was niemand die deze vaak summiere aanwijzing zag of er tijd voor had om haar naar de wc te brengen, bijvoorbeeld door haar op de postoel te zetten. Wij zorgen nu zelf ervoor dat mijn moeder regelmatig onder de douche gaat en dan ook even op de postoel kan zitten, twee keer per week. En jawel, het lijkt of mijn moeder daar de klok op gelijk zet.
5. Cliënten worden wel eens gefixeerd, vast- of klemgezet vanwege gebrek aan toezicht.
Ja. Mijn moeder heeft een band in haar rolstoel, om haar buik. Niet zo’n vreselijk Zweeds ding, maar een soort veiligheidsgordel. Zelf doe ik hem altijd af als ik bij haar ben omdat ik de idee of illusie heb dat ze dan meer zelf kan bewegen. Want het lijkt mij niet lekker dat je altijd klem zit in een rolstoel.
Bij dit onderwerp kan ik ook wat zeggen over de twaalf medebewoners van mijn moeder. Ik vind het schokkend hoe iedereen wordt klemgezet met van die tafeltjes. Laatst is er voor het eerst een nieuwe mevrouw op de afdeling gekomen waarvan de familie niet wil dat ze wordt vastgebonden. Eén van de verzorgenden wist nu helemaal niet meer hoe ze het allemaal voor elkaar moest krijgen. Ze was alleen op de etage en kon dus niet helpen om mijn moeder in bed te leggen want ze moest bij die ‘losse’ mevrouw blijven zitten.
6. Er is voldoende tijd om cliënten te helpen met eten en drinken.
Wij hebben het zo geregeld dat er altijd iemand van buiten is om mijn moeder te helpen met eten, als wij dat zelf niet doen. Alleen bij het ontbijt is ze alleen. In al die keren dat ik vroeg bij haar was en zij nog aan het ontbijt zat, heb ik welgeteld een keer meegemaakt dat een jongen naast mijn moeder zat om haar te helpen met de koffie. Het brood lukt haar meestal zelf wel. De andere keren lag de koffie over haar kleren of stond het kopje lauw te wezen op zo’n afstand dat ze er niet bij kon.
7. Ik heb tijd om persoonlijke aandacht te geven aan mijn cliënten.
Ik zie natuurlijk ook dat het hard werken is en dat je daardoor niet veel tijd hebt voor persoonlijke aandacht. Maar onder al die verzorgenden die ik meemaak zijn er heel af en toe die hard werken én persoonlijke aandacht geven. En dat heeft niet altijd met het opleidingsniveau te maken.
Maar soms snap ik ook niks van de werkorganisatie. Ik kom vaak binnen tijdens de pauze van de verzorgenden. Althans zo ziet het eruit. Ze zitten dan met elkaar, apart van de bewoners, maar wel in dezelfde ruimte. Nu snap ik best dat je even pauze nodig hebt, maar dat je dat in de ruimte doet waar de mensen zitten waar je voor moet zorgen... dat begrijp ik weer niet. Is het werk of is het pauze? En als het werk is, waarom dan niet gewoon tussen de mensen koffie drinken? Mijn moeder vindt het zeker gezellig als iemand om haar heen aan het praten is, die haar ook af en toe aankijkt of aanraakt. Dat is voor haar een vorm van persoonlijke aandacht. (voor wie niet trouwens!)
8. Heb je geprobeerd de knelpunten bespreekbaar te maken binnen je organisatie?
Het valt mij op dat de stemming onder het personeel op zijn zachtst gezegd super defaitistisch is. Laatst bij een zorgplanbespreking zei een verzorgende dat wij als familie aan de bel moesten trekken over de tekortkomingen in de zorg. Toen ik zei dat ik nou niet echt het idee had dat ‘ze’ (wie dat ook moge zijn, is dat niet een deel van het probleem?) de familie serieus nemen, reageerde hij pijlsnel: ‘kun je nagaan hoe serieus ze ons nemen.’

Voor wie de lijst zelf wil invullen: Meldactie V&VN

maandag, mei 19, 2008

Wie staat centraal?

Tot voor kort was in de entreehal van het verpleeghuis van mijn moeder een tekst te lezen met de visie van het ‘huis’. De cliënt centraal enzo... Letterlijk centraal, want het woordje cliënt stond in een spinnenweb van woorden die je als bezoeker iets duidelijk moesten maken of geruststellen over de kwaliteit van het verpleeghuis/verzorgingshuis, vermoed ik.
Een tijd lang was de tekst gedeeltelijk verborgen achter een kleurige ‘poster’. Vorige week waren de poster en tekst verdwenen en hingen er ineens vijf foto’s. Sobere zwart-wit foto’s. In het midden de directeur en rond hem gedrapeerd vier afdelingsmanagers, allen vrouw.
Zou het een tijdelijke tentoonstelling zijn of staat vanaf nu de directeur centraal met zijn vier bevallige assistentes? Toch heel iets anders dan de ouderen uit Tilburg die op de foto zijn gezet met een verhaal uit hun leven. Misschien dat de ouderen daar pas echt centraal staan.



An van Erve, 98 inmiddels, maakte tochten door heel Europa. Nu woont in het Tilburgse verzorgingshuis Padua. De directie liet een serie ansichtkaarten maken om de aandacht te vestigen op de levens van haar bewoners. | © Foto Dolph Cantrijn

Overgenomen uit Trouw, 17-mei-2008

maandag, mei 12, 2008

’n Tropische kerst...

De temperatuur binnen is redelijk, maar ik ga toch liever met mijn moeder op het terras onder de bomen zitten. Ik loop de huiskamer in en hoor een mevrouw zingen met een krakende stem, het lijkt op opera, maar ze klinkt als een heel stoffige en gekraste 78-toeren plaat. De verzorgende kan er niet goed tegen en maant de mevrouw tot stilte omdat ‘de anderen er last van hebben’ of ‘omdat iedereen er onrustig van wordt’. Een van de dames kan wel goed zingen, ze heeft in een koor gezeten. ‘Misschien moet u ook een lied inzetten’, suggereer ik. Ik let er verder niet op. Terwijl ik uit de koelkast het eten pak om met mijn moeder buiten te gaan picknicken, hoor ik ‘stille nacht, heilige nacht’, gezongen door het koorlid. ‘n Tropische kerst waar de krassende operamevrouw niet van terug heeft.

maandag, mei 05, 2008

Doorrollen met de oude stoel

Mijn moeder zit al zes jaar in haar rolstoel. Merk Ibis van Handicare. Voor haar is het een goede stoel, geloof ik, maar het is wel een zware stoel om te duwen. Wij gaan veel naar buiten met mijn moeder dus de stoel heeft veel te lijden. Als er weer eens wat los zit, wordt de technische dienst gebeld, maar dat duurt soms zo lang dat we het ook wel eens zelf doen. Dan neemt mijn oudste broer wat gereedschap mee en een voorraadje moeren of bouten.
Onlangs kwam op ons verzoek de leverancier van de rolstoel kijken met de ergotherapeute van het verpleeghuis. Zij hebben er nog wat reparaties aan verricht en besloten dat de stoel goed genoeg was. Dat was het dan. We rollen door in de oude stoel. En ik weet niet of het besluit is ingegeven door zuinigheid of door iets anders.