maandag, september 28, 2009

Hij zal toch geen...

Ik hoorde een reclame op de radio. Een mevrouw vertelt dat haar man van alles vergeet, waaronder hun huwelijksdag. Ze besluit haar verhaal op bezorgde toon: 'Hij zal toch geen Alzheimer hebben...' Het is een actie van Alzheimer Nederland om mensen alert te maken op de eerste symptomen van dementie (ik gebruik toch liever het woord dementie dan Alzheimer). Op de website www.zorgenoveralzheimer.nl kun je een brochure bestellen. Daar lees ik de tekst van de reclame opnieuw. Wat ik niet had gehoord was dat deze echtgenoot 'voor het eerst in 36 jaar' zijn trouwdag was vergeten. Okay, in dat geval... zou ik misschien ook verdacht zijn op verschijnselen van dementie.
Dementie is een ernstige ziekte, maar om nu alles als signaal aan te wijzen... Ik stel me zo voor dat ik over een jaar of dertig op mijn woorden moet gaan letten. Zoals vroeger alle homo's aids hadden, lijkt het nu alsof alles wat oud is, dement moet zijn. Ik hoop dat we deze reclamecampagne tegen die tijd zijn vergeten.

maandag, september 21, 2009

'Er is niks te doen'

Soms ben ik blij dat de directeur niet al te vaak op de etage komt waar mijn moeder woont. Hij zou eens op ideeën kunnen komen. Zoals afgelopen zondagmorgen. Ik kwam mijn moeder halen om met haar te gaan ontbijten in het pension waar ik altijd logeer als ik bij mijn moeder ben. Mijn moeder was al uit bed maar een beetje 'mager' aangekleed dus ik nam haar mee naar haar kamer en deed haar oorbellen in en een kleurige sjaal om. En een beetje parfum. Waar ze wel vies bij keek toen ik het haar opdeed. Kom op moeder, dat is Chanel NR.5, daar mag u niet vies bij kijken.
Zo vertrokken we samen en passeerden de huiskamer, die uit twee delen bestaat, een soort tv kamer en een eetkeuken. De hele meute zat in het tv deel voor zich uit te kijken. In het keuken zat een eenzame verzorgende in een blaadje te bladeren. 'Ik ben al klaar', zei ze. 'Iedereen heeft ontbeten en er is verder niks te doen.' Ja, zo weet ik ook nog wel een paar uur weg te bezuinigen. In de lift naar beneden moest ik denken aan het 10-minuten plan dat Stella Braams ooit voorstelde. Als je als verzorgende tijd hebt, neem dan iemand even mee naar buiten voor een rondje wandelen. Naar buiten had niet gekund, want ze was de enige verzorgende op de afdeling. Of die anderen zaten ergens anders in een blaadje te bladeren. Maar goed, ze had wel met iemand een wandelingetje kunnen maken op de etage. Of er gewoon naast gaan zitten en een hand vasthouden. Zo help je als verzorgende zelf ook mee aan de verschraling van de zorg.

maandag, september 14, 2009

Wie was dat toch?

Mijn moeder is ver weg. Twee uur reizen van hier. Maar ze is ook ver weg als we bij haar zijn. Mijn broer uit Spanje was vorige week bij haar op bezoek en constateerde dat ook weer eens. Bij de eerste ontmoeting lag ze al op bed en had hij een beetje over haar benen geaaid waarbij mijn moeder over het algemeen de ogen gesloten hield. De volgende dag had hij haar een zoen in haar nek gegeven en daar moest ze om lachen. Daarna had hij niet veel reactie meer gekregen van haar. Ze was de hele tijd naar haar knieën aan het kijken. Wie was toch die vreemde man die aan mijn knieën zat? Of wat voelde ik daar? Wat was dat?

dinsdag, september 08, 2009

De angel van boosheid

Bij mij werkt het averechts. Mijn haren gaan recht overeind. Het filmpje op internet waarin Huub Buijssen, zijn nieuwe boek toelicht: 'Mijn moeder lag om 11 uur nóg in bed', omgaan met kritiek van familie: negen effectieve strategieën.
Ik citeer hem: "Er ligt een vast patroon ten grondslag aan conflicten. Een wetmatigheid zo simpel en voor de handliggend dat je het niet ziet. Als je het patroon kent, kun je de meeste conflicten voorkomen. (...) 'Waarom heb je me niet verteld dat mijn moeder gevallen is?' (...) Ook als je vindt dat kritiek onterecht is, moet je op zoek gaan naar iets van waarheid en de familie op een bepaald punt gelijk geven om de angel van boosheid uit de kritiek te halen en zo de familie te bedaren."
Wat is familie toch lastig! Hielden ze hun mond maar. Gisteren sprak ik een meisje dat als fysiotherapeute in een verpleeghuis had gewerkt, zij verwoordde die mening ook heel krachtig: Familie die klaagt... dat betekent een keer minder douchen voor een bewoner.
Is dit op te lossen? Anders dan dat de familie niks meer zegt, geen kritiek, geen klachten, vriendelijk blijven glimlachen? Zou dat helpen? Of moeten professionals eens naar hun eigen angel kijken? Uiteindelijk hebben professionals en familie elkaar nu en zeker in de toekomst hard nodig.